Keizersnede of natuurlijke bevalling

class=""

Veel vrouwen hebben een duidelijk idee van hoe ze willen bevallen. Helaas gaat niet alles altijd volgens plan. Wat te doen als jouw baby met de billen of voetjes naar beneden ligt?

De meest gunstige ligging van je baby voor de bevalling is met het hoofd naar beneden, dat heet een achterhoofdsligging. Slechts vijf procent van alle baby’s ligt niet met het achterhoofd naar beneden. Bij een stuitligging liggen de billen (stuit) of voeten beneden. Andere soorten liggingen zijn een verschillende afwijkende hoofdliggingen of een dwarsligging.

Als je baby in de 36e zwangerschapsweek nog niet met zijn hoofd naar beneden ligt kan de verloskundige of gynaecoloog je baby proberen te draaien. Dat heet een ‘versie’. Gemiddeld lukt het draaien in 40 (bij het eerste kind) tot 50 procent (vanaf het tweede kind) van de gevallen.

Ligt jouw baby tegen het eind van je zwangerschap in een stuitligging dan heb je een gesprek met de gynaecoloog of verloskundige. In dit gesprek bespreek je de voor- en nadelen van een bevalling met een stuitligging (stuitbevalling). Op basis van je persoonlijke situatie zal de gynaecoloog adviseren of een natuurlijke bevalling mogelijk is of dat een keizersnede een betere optie is. Lees hier meer over keizersnede »

Ontdek hier alle zwangerschap thema's »